Microsoft
PowerShell 2
Volgend schooljaar zal er een vervolg reader over PowerShell ontwikkeld gaan worden. Naast een aantal prima resources op Lynda.com kwam ik ook de website powershell.org tegen waar een hele lading aan gratis e-boeken te vinden en te downloaden zijn. Met name “The Big Book of Powershell Gotchas” sluit goed aan bij de eerste reader die voor MediaBeheer ontwikkeld is, maar geeft ook prima tips voor de PowerShell beginner.
.DS_Store
Als OS X gebruiker in een Windows omgeving kom je vaak .DS_Store bestanden tegen. Deze bestanden worden door de Finder aangemaakt in elke folder die in OS X gebruikt wordt. Dus in de folders op de Mac zelf, maar ook op externe HD’s, USB sticks en netwerkvolumes.
De .DS_Store bestanden worden door OS X gebruikt om extra informatie (metadata) in op te slaan waaronder de weergave, de kleuren, attributen van de folder en de positie van de icons. De naam staat voor “Desktop Services Store”. Doordat de bestandsnaam begint met een . (punt) wordt de bestanden binnen de Finder niet weergegeven. Dat is een eigenschap van de Finder.
Windows kent een soortgelijk bestand: “desktop.ini”. Doordat de verkenner in Windows bestanden die beginnen met een punt wel toont worden de .DS_Store bestanden in Windows shares vaak als vervuiling gezien.
Er zijn verschillende oplossingen om van die .DS_Store bestanden af te komen. Hieronder noem ik er een aantal zonder hiermee volledig te willen zijn.
1. Door het volgende commando uit te voeren in de terminal worden er geen .DS_Store bestanden meer geschreven in netwerk folders (NFS, AFP, SMB/CIFS en WebDAV)
defaults write com.apple.desktopservices DSDontWriteNetworkStores TRUE
MCT 2015
Op de valreep is het nog gelukt om ook voor 2015 gecertificeerd te blijven als Microsoft trainer. Voor elke ‘course’ die je als trainer geeft moet je de cursisten registreren in een bepaalde database. De cursisten moeten dan na afloop van de training een enquete invullen, waaronder een waardering voor de trainer. Om het trainerschap te verlengen wordt in die database gekeken of en hoeveel trainingen je verzorgd hebt en wat het gemiddelde cijfer is.
Doordat we in het onderwijs over het algemeen gebruik maken van een eigen cijfersysteem en een eigen ‘tevredenheid-systeem’ maak ik geen gebruik van de ‘Microsoft database’. Daardoor wordt het verlengen elk jaar wat lastiger. Gelukkig is het dit jaar weer gelukt voordat de termijn verstreken is.
MTA 98-365
Op 2 april hebben een groot aantal tweede jaars studenten MediaBeheer het examen 98-365 “Windows Server Administration Fundamentals” met goed gevolg afgelegd. Super dat zo’n grote groep direct in de eerste keer slaagt na 7 weken alle details doorgenomen te hebben.
Nieuwe webserver
Door problemen met de oude webserver heb ik de site inmiddels verhuisd naar een andere server. In de aankomende dagen zal ik deze verder configureren en daarna zullen er ook weer nieuwe posts komen.
— Nog even geduld —
OS X verbinden met verborgen Windows share
Vanuit OS X is het ontzettend makkelijk om een Windows Share (tijdelijk) te mounten om er vervolgens data te lezen of te schrijven. Echter deze methode lukt vaak niet als je wilt connecten met een verborgen Windows Share of een Administrative Share. Een dergelijke sharenaam eindigt met een $ zoals C$.
Door in het OS X menu Go » Connect to Server te selecteren en vervolgens het adres in te voeren krijg je een melding retour waaruit blijkt dat er een probleem is. Dat heeft veelal te maken met de permissies. Het account waarmee de connectie gelegd wordt is de onjuiste.
OS X en Windows Shares
Als OS X gebruiker is het prima vertoeven in een Windows omgeving. Al een tijdje maak ik, met veel plezier, gebruik van beide platformen. De server die ik gebruik heeft Windows 2012 en de client OS X 10.9.3. Al tijden maak ik gebruik van een scriptje dat er voor zorgt dat een aantal Windows Shares gemount worden bij het inloggen. Echter gevoelsmatig heb ik het idee dat sinds de update naar OS X 10.9.3 het verbinden met deze shares een stuk trager verloopt. Na wat onderzoek op internet en in de praktijk lijkt het alsof de oplossing ligt in het aanroepen van de shares.
De regel code die ik gebruikte bevat het protocol SMB (Server Message Blocks) en zag er als volgt uit:
mount volume “smb://servernaam/share”